Onze azienda agricola 'Su a Broi' 

Ons agrarisch bedrijf ligt boven aan de heuvel van Resera naar Zuel. Onderaan het bos en tussen de historische wijnvelden van de Prosecco zone. Daar boven noemen we het ‘Su a Broi’; bovenop de 'brolo', het zonnigste plekje waar vroeger de moestuin werd aangeplant. Onze familie, een Italiaanse Nederlandse mix bestaande uit Vincenzo, Nicole en de twee jongsten, Jesse e Noa, heeft iedere dag het gezelschap van verschillende huis- en boerderijdieren.

Je wordt daar op 385 m hoogte niet alleen betoverd door de kalmte van bos, weiden en wijnvelden maar ook door het prachtige uitzicht dat zich strekt over de hoge Prealpi; van de Pianezze tot aan Pian Cavallo. In deze rust genieten we dan verder ook van de dieren uit het bos; reeën, herten, hazen, wildzwijnen en, na het middaguur, ook de buizerd.

​

De seizoenen bepalen ons werk. Ieder ambacht heeft zijn charme en groot en klein helpen met alle werkzaamheden: het binden van de wijnplanten, houthakken, de moestuin onderhouden of de stallen schoonmaken.

Onze belangrijkste aktiviteit is echter het verbouwen van de Glera druiven waar Prosecco Superiore van gemaakt wordt. Deze wijnbouw houdt ons door heel het jaar bezig van bemesten, tot snoeien, tot onderhoud en korthouden van gras en planten zelf, het onder controle houden van de verschillende ziekten en uiteindelijk, in september, de druivenoogst.

​

Terwijl de druiven rijpen, grazen onze schapen, ezels en kalveren in de schaduw van de weiden en het bos . In het voorjaar worden dan de schapen geschoren, plukken we het fruit en de wilde kruiden en planten zoals de ‘sciopetin’ (een silenekruid),  bruscandoli (wilde hop), fiori di sambuco (vlierbloesem) en fragoline di bosco (wilde bosaarbeitjes).

​

Als de zomer aanbreekt, is het hard werken om te hooien en de moestuin de onderhouden. Daarbij werken we zoveel mogelijk op natuurlijke wijze. Op een ander veld groeit de l‘Biava del Dent’, een oude maissoort die we gebruiken om de witte polenta van vroeger mee te maken. De fruitbomen geven ons dan weer kersen, kiwi's, gouden pruimpjes, peren en appels.

 

Als de druiven door de zomerse zon zijn goud gekleurd  stomen we ons klaar voor de druivenoogst; tijd om Prosecco wijn te maken. De wind in de heuvels drogen en rijpen de olijven verder, die tot in de herfst de smaak van de aarde opnemen. In deze tijd plukken we ook de vijgen, de walnoten, kastanjes en gaan we op zoek naar wilde boschampignons.

​

Ook in de winter zitten we niet stil.  Er wordt hout klaargemaakt om huis en water te warmen. We koken vaak nog op een houtkachel en ons verwarmingssysteem werkt op houtsnippers. Voordat het voorjaar aanbreekt, moeten dan weer de wijnranken gesnoeid en opgebonden zijn.  Een nieuwe werkcyclus begint weer.